September. De maand om weer aan de slag te gaan na een welverdiende zomervakantie. Althans, voor veel studenten, net als ik. Dit najaar zit ik niet zoals normaal in mijn vertrouwde collegezaal in Groningen, maar in een klein kantoortje in het Maagdenhuis. Daar loop ik stage bij SPUI25, als onderdeel van mijn master Filosofie.

“Maar wat kan je daar dan mee?”, is meestal de eerste vraag die ik krijg zodra ik vertel wat ik studeer. Een vraag waar ik, net als veel andere studiegenoten, mee blijf worstelen. Is het pure nieuwsgierigheid? Of komt de vraag voort uit de overtuiging dat overal een verdienmodel achter moet zitten? Met filosofie kan je immers geen geld verdienen, toch? Dat is toch vooral zweverig geklets over abstracte vragen waar we geen antwoord op kunnen krijgen? Kwesties zoals het wel of niet bestaan van een God. De aard van kennis. De zin van het leven. De dood. Interessant lopen doen met quotes van Nietzsche en eindeloos discussiëren over moraliteit zonder ooit tot een conclusie te komen. Wat heb je daar nou aan? 

Wanneer die vraag wordt gesteld, schiet ik in de bewijsmodus. Ik wil bewijzen dat filosofie ertoe doet en maak me er druk om dat dat niet altijd wordt gezien. Maar stel dat de vraag een oprechte interesse is: wat doet filosofie dan eigenlijk? 

Filosofie stelt vanzelfsprekendheden ter discussie. Het is alsof je op een heel hoog gebouw staat en vanaf daar de wereld kritisch bekijkt en bevraagt. Vanaf daar kan je structuren en patronen opmerken die je waarschijnlijk niet zou hebben gezien als je op zou zijn gegaan in die wereld – de bubbel van normen, waarden, regels, standaarden en verwachtingen – daar beneden. 

Het is dus juist deze kritische blik die ons in staat stelt om verder te kijken dan de vraag “Wat kan je ermee?”. Filosofie bevraagt de overtuiging dat alles een praktisch nut, een doel, dient te hebben. Hiermee wil ik niet zeggen dat filosofie geen praktisch nut heeft. Die veronderstelling wordt namelijk nog wel eens gedaan – dat het is losgekoppeld van de wereld. Integendeel. Het geeft ons juist handvatten om die wereld onder de loep te nemen. Die wereld waarin het leven voelt als een race, de dag draait om to-do-lijstjes afvinken, rusten “welverdiend” moet zijn, en mensen lijden aan prestatie- en productiviteitsdwang. 

Ik merk het aan de kleinste dingen. Vraag iemand hoe het gaat en je krijgt als antwoord iets als: “Goed hoor, maar wel erg druk”. Klaarblijkelijk is druk zijn van zo’n groot belang dat het soms zelfs de eerste plaats inneemt: “Druk! Maar gaat goed”. Alsof druk zijn de eerste graadmeter is voor hoe je leven verloopt. Ik betrap mezelf erop dat ik vaak ook op zo’n manier antwoord. En als ik het niet uit mezelf zeg, wordt er wel aan mij gevraagd of ik het druk heb. “Hoe gaat het op school?”, “Al plannen voor na je studie?”, gaat een gemiddeld gesprek op een familiebijeenkomst dan verder. Zodra de onderwerpen “werk”, “school” en “toekomstplannen” zijn besproken, kan ik weer even ademhalen en is het tijd om hetzelfde gesprek te voeren met een ander familielid.  

Is mijn economische waarde dan het enige dat bepalend is voor wie ik ben? Als ik niet presteer of produceer, ben ik dan nog steeds evenveel waard? Waarom zijn we zo geobsedeerd met productiviteit? Moeten we dat wel willen? En als we het niet willen, wat dan? Is er een alternatief? Of moeten we vooral leren anders om te gaan met die druk? 

Nu, meer dan ooit, houden dit soort vragen me bezig. Ik ben druk met afstuderen en van mij wordt verwacht dat ik een plan heb om van mijn leven wat succesvols te maken. Dat zou dan moeten betekenen: hard werken, presteren en veel geld verdienen. Mezelf in dienst stellen van het kapitalistische systeem. Die druk voel ik voortdurend, maar besef ook al te goed dat we de prestatiemaatschappij met zijn allen draaiende houden terwijl de een na de ander eronder bezwijkt. Daarom zal ik hier mijn scriptie over schrijven. Maar om te beginnen zal ik de komende weken met behulp van filosofie de prestatiemaatschappij onder de loep nemen en neem ik je daarin mee.

Voor nu ben ik uitgeschreven. Deze tekst kan ik in ieder geval van mijn to-do-lijst afstrepen. Op naar de volgende. 

Gerelateerde artikelen