In de briefwisseling 'Innig ben ik binnen. Over intimiteit in quarantaine' reflecteren denkers en makers op intimiteit in pandemische tijden. Lees hier de brief van Alma Mathijsen.

Hallo inhuizige,

Alles wat Zará schrijft herken ik. Net als zij leef ik zonder geliefde. Al vind ik zo’n uitspraak niet kloppen. Want ik heb tientallen geliefden naast me staan, het enige verschil met ‘before Corona (BC)’ is dat ik ze niet aanraak. Iets wat de zogenaamd ‘echte’ geliefden nu wel doen. Die mogen hun hoofden in elkaars oksel leggen, hun tong in gaatjes duwen, met hun vingers over ruw gewassen stukjes huid glijden. Jaloezie raast door mijn lichaam als nooit te voren. Ik zie haar voor me als een storm die woest aantrekt wanneer ik een stelletje over straat zie lopen. Dat wil ik ook. Over straat lopen zonder anderhalve meter ertussen. Soms troost ik de storm met zelfgebakken koekjes die ik allemaal achter elkaar op eet. Dat helpt nog ook. Dan is het even rustig en kan ik ervan genieten dat niemand me vraagt om naar buiten te komen. Zo zink ik makkelijker weg in het boek dat ik af wil schrijven. Maar na een paar dagen laait de storm weer op.

Laatst stuurde een oude scharrel een bericht. Hij vroeg me of ik aan hetzelfde dacht als hij. Met nieuwjaar lag hij in mijn bed, ik was trots dat ik al seks in 2020 had. Niet wetende dat het de laatste keer zou zijn. Als hij daar ook aan dacht, zaten we inderdaad op hetzelfde niveau. Het mag niet, antwoordde ik. En de storm verzamelde alle lucht die ze kon vinden en raasde door mijn lijf op zoek naar een uitweg. Razend dat me iets ontnomen is. Misschien moet ik die stormen een naam gaan geven, zoals ze dat ook bij het KNMI doen. Storm Andreas raasde op 15 maart door Alma heen, nog diezelfde avond nam hij in kracht toe, nadat werd afgekondigd dat alle cafés voor onbepaalde tijd zouden sluiten. Storm Bram haalde windstoten van 120 kilometer per uur, nadat duidelijk werd dat virtuele aandacht op datingapps niet opweegt tegen het gemis van een aanraking. Storm Cyrill bracht daadwerkelijk schade toe, nadat Alma uit frustratie de afstandsbediening tegen haar hoofd sloeg omdat festivals tot zeker september niet doorgaan.

Ik kan nog zoveel namen bedenken, het zal niets veranderen aan de situatie. Filosoof Marli Huijer zei in de Volkskrant: ‘Ik ben al zoveel aangeraakt, ik kan wel eventjes met ietsje minder.’ Veel mensen maken zich kwaad over haar uitspraken, maar in dit antwoord kan ik rust vinden. Mijn lijf weet wat het is om veel aangeraakt te worden, nooit eerder miste ik het. Misschien is het wel goed om er nu eens achter te komen wat het is om daarzonder te leven. Ook om me bewust te worden van wat zoiets doet met een mens. Want er zijn tallozen die in eenzaamheid leven, afgezien van deze maatregelen. Is het dan echt aan mij om te klagen over huidhonger als ik een paar weken niemand mag aanraken? Dus kies ik ervoor dit te zien als een luxe experiment. Zodat ik hieruit kan komen als iemand die iets beter begrijpt wat het is fysiek contact te missen.

Net als bij Zará verdiepen sommige van mijn vriendschappen zich. En dan met name de vriendschappen die zich niet ver van mijn huis afspelen. Geografie bepaalt in die zin welke banden zich mogen versterken. Hiervoor maakte het weinig uit of een vriend in Amsterdam Nieuw-West woonde en ik diep in Oost. Koop niet alleen lokaal, maar bevriend ook lokaal, lijkt het credo. Ik weet nog niet goed wat ik daarvan moet vinden.

Zará vraagt wat de houdbaarheid van sociale innigheid is als vervanger van fysieke intimiteit. Het is geen vervanger. Die twee staan los van elkaar. Met de vrienden die om de hoek wonen loop ik meerdere keren per week, we huilen samen, net zozeer als we samen plezier maken. Ik zal niet vergeten hoe we in deze tijd nader tot elkaar groeiden. Dat we elkaar niet mogen aanraken is minder rampzalig, omdat ik weet dat het niet voor eeuwig is. Ik denk dat we dit aankunnen. Al die aanrakingen van hiervoor zijn al geoogst en opgeslagen. Iedere omhelzing zit in mijn herinnering en kan ik oproepen. Mocht je net als ik geen mens hebben die je kunt aanraken, roep dan voorzichtig een oude herinnering op. Probeer te ruiken hoe het was om in iemands armen te verdwijnen, zonder je te verliezen in het gemis van de geur. Dat was niet alleen omdat je toen verdrietig was, die omarming, die was er ook voor dit moment. Dat wist je toen nog niet, maar nu wel. Dus maak er gebruik van en vlieg terug in de tijd, om te halen wat toch al van jou was.

Liefs,

Alma

Gerelateerde artikelen