In mijn keukenla ligt een lelijk briefje. Het moet geschreven zijn door iemand uit mijn wijk, want een soortgelijke boodschap als op het briefje verscheen eerder in hetzelfde handschrift op een elektriciteitskastje verderop. De boodschap gaat over moslims, de logica ervan is niet helemaal te volgen, maar de haat van de schrijver is voelbaar, een klap in je gezicht. Het onbeholpen handschrift blijft steken in woorden vol spelfouten

Omdat ik dagelijks langs dat elektriciteitskastje loop, vraag ik me al tijden af wat een passende reactie zou zijn. Eerst dacht ik dat het goed zou zijn om de haatdragende boodschap uit te wissen, daarna veranderde ik van gedachten. Zou het niet beter zijn eronder te schrijven dat ik het niet met de schrijver eens ben, en dus graag in gesprek zou gaan? Ik kom er niet uit en doe daarom niets. Langzaam wordt de boodschap deel van het landschap, vergeet ik de woorden te zien. Toen ik op straat dat briefje vond legde ik het in mijn keukenla in de hoop dat ik ervan zou blijven schrikken, maar het is alweer even geleden dat ik het oppakte, de haat verdwijnt tussen de thee.

Hoe nodig je iemand uit tot eerlijkheid als je eigenlijk niet wilt horen wat hij zegt, omdat je het zo erg met hem oneens bent? Is het wel een goed idee om in gesprek te gaan over denkbeelden die anderen ontmenselijken, of legitimeer je dan per ongeluk juist die ontmenselijking, domweg doordat je ernaar luistert, letterlijk een ‘gehoor geeft’? Het zijn oude vragen, waarop geen simpel antwoord is. Misschien omdat zich daaronder een andere vraag verbergt: hoe begin je een gesprek met iemand van wie je de naam en het gezicht niet kent?

Daar struikel ik over mijn eigen vanzelfsprekendheid. Alles wat ik in universiteiten en van boeken heb geleerd, heeft me werelden gegeven en hele nieuwe talen – maar ongeziene andere voor altijd afgesloten. Als ik de schrijver van het briefje naar zijn denkbeelden wil vragen, moet ik dan mijn woorden korter, simpeler maken? Of is ook dat niet voldoende, zou ik zelf ook spelfouten moeten invoegen, als ik blijkbaar de toon van mijn stem wil veranderen? Maar dat staat me tegen. Tenslotte zou ik zelf ook niet in gesprek gaan met iemand die haar toon aanpast, zichzelf verbergt om met me te praten. Hooguit kan ze haar taal versimpelen om een brug te slaan, me zonder minachting over iets te vertellen waar ik niets van weet; theoretische natuurkunde bijvoorbeeld, of houtbewerking, of autotechniek. In alle andere gevallen maakt ze zichzelf minder echt, en daarmee onbetrouwbaar. Hoeveel taal, hoeveel ervaring moet je delen voor je ook maar een enkel woord kunt wisselen? Hoeveel vertrouwen is er nodig voordat er een gesprek kan beginnen?

Het beheersen van een taal gaat niet alleen over de woorden en de zinnen die voor het spreken nodig zijn, maar ook over weten wanneer je juist niets moet zeggen. Het erkennen van het moment om te zwijgen is in sommige talen belangrijker dan andere. In de jaren zestig deed de Amerikaanse antropoloog Keith Basso veldwerk onder de westelijke Apache, voor wie stilte gebruikelijk is. Hij vroeg zijn informanten wanneer het passend was om, zoals een van hen het noemde, ‘de woorden op te geven’. Die situaties liepen uiteen van het ontmoeten van vreemden tot het meemaken van intense woede of diep verdriet, van kinderen die na lange tijd thuis terugkeren tot iemand het hof maken. De rode draad is dat je niet weet wie de ander is, of waar die zich precies bevindt. Bekenden kunnen door woede of rouw in vreemden veranderen. Een kind kan door langdurig contact met niet-Apache nu iemand anders zijn dan toen ze van huis wegging. En als een volkomen vreemde zichzelf te snel introduceert, is ze vermoedelijk niet te vertrouwen. Dan heeft ze iets van je nodig, wil ze je iets leren, denkt ze dat ze het beter weet of wil in haast vrienden maken. Dus zwijg je, kijk je, peil je, wacht.

Dat is wat ik de schrijver van dat briefje eigenlijk wil laten weten. Dat ik graag stil zou zijn totdat ik iets geleerd heb over wie hij is, waar hij vandaan komt, waar hij zich nu bevindt.

Maar ik weet niet hoe ik dat op kan schrijven.

Gerelateerde artikelen